Afbeelding 1 Afbeelding 2
Afbeelding 3

Vogelgriep



Wat is vogelgriep (aviaire influenza)?

Vogelgriep (aviaire influenza) is een zeer besmettelijke virusziekte die overdraagbaar is op pluimvee en op een aantal andere vogelsoorten. In zeer zeldzame gevallen kunnen mensen ook besmet raken met het vogelgriepvirus.
Vogelgriep gevaarlijk voor vogelsoorten.


De volgende pluimveesoorten en vogelsoorten kunnen vogelgriep krijgen:


  • hoenderachtigen, zoals kippen, kalkoenen, fazanten, kwartels, parelhoenders, patrijzen, pauwen, grootpoothoenders en hokko's;

  • eenden, ganzen en zwanen;

  • duiven;

  • loopvogels, zoals struisvogels, emoes en nandoes.


Niet alleen in het wild levende vogels kunnen besmet raken. Ook commercieel gehouden dieren en hobbydieren zijn vatbaar voor de vogelgriep.


Laagpathogeen en hoogpathogeen
Op basis van de mate waarin dieren ziek worden, is er een onderverdeling tussen laagpathogene aviaire influenza (LPAI) en hoogpathogene aviaire influenza (HPAI). De meeste vogelgriepvirussen zijn van het laagpathogene type. LPAI kan echter veranderen in HPAI.
Het hoogpathogene virus is zeer besmettelijk en veroorzaakt ernstige ziekteverschijnselen en plotselinge toename van de sterfte. Dieren kunnen zeer snel sterven aan HPAI, zelfs zonder dat er klinische verschijnselen zichtbaar zijn. Zijn dieren eenmaal besmet met HPAI, dan verspreidt het virus zich zeer snel door de stal of het koppel


Besmetting vogels en mensen
Vogels kunnen op verschillende manieren geïnfecteerd raken met het vogelgriepvirus. De ziekte kan onder andere worden overgedragen via direct contact tussen vogels. Het vogelgriepvirus kan zich ook door de lucht verspreiden of door besmet materiaal, zoals mest.

In zeer zeldzame gevallen (bij zeer nauw contact met besmette watervogels of pluimvee) kunnen sommige varianten van het virus dat vogelgriep veroorzaakt ook mensen infecteren. Deze mogelijkheid bestaat bij het virus H5N1.


Wat zijn de symptomen van vogelgriep 
Laagpathogene vogelgriep heeft nauwelijks klinische verschijnselen. Het kan onder meer resulteren in een lichte afname van voeropname.
Dagelijkse en gedegen controle/oplettendheid en kunde van de pluimveehouder in de stal is ook hier weer van belang.

De symptomen van het hoog pathogene virus (die er niet altijd hoeven te zijn):

  • plotselinge sterfte zonder klinische symptomen;

  • ophoping van abnormale hoeveelheid vocht aan kop en nek;

  • onderhuidse bloedingen in poten, lellen en kam;

  • luchtwegproblemen;

  • overvloedige traanvorming;

  • ontsteking bijholte van de neusholte;  

  • diarree;

  • plotselinge daling van de eierproductie;

  • sloomheid en anorexie; 

  • ruw verenkleed; 

  • zenuwverschijnselen.



Melden vogelgriep verplicht
Als de pluimveehouder vermoedt dat zijn dieren besmet zijn met vogelgriep, moet hij dit melden aan de meldkamer van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Ook is hij verplicht een dierenarts in te schakelen.
Deze verplichting geldt overigens voor iedereen die pluimveedieren houdt. Dus ook de hobbyboer.


Voorkomen van vogelgriep
Hobbypluimveehouders en commerciële pluimveehouders moeten goed letten op eventuele symptomen bij hun dieren. Symptomen moeten worden gemeld bij de dierenarts of de NVWA.

Veehouders en transporteurs van levende dieren moeten hygiënemaatregelen nemen die de insleep van ziektevirus voorkomen. Daarnaast worden dieren op pluimveebedrijven, maar ook vogels in het wild, geregeld gecontroleerd op antistoffen tegen het vogelgriepvirus (Early Warning programma).


Vaccinatie vogelgriep
Het is niet toegestaan om hobbypluimvee of bedrijfsmatig pluimvee (preventief) te vaccineren tegen vogelgriep. Hiervoor is toestemming nodig van de Europese Commissie.

Bron: http://www.hetlnvloket.nl; RIVM

Antibiotica

Antibiotica is een belangrijk geneesmiddel voor mens en dier. De pluimveesector is er van doordrongen dat het gebruik van dit medicijn zoveel mogelijk beperkt moet worden. 
Halverwege 2011 is, mede op verzoek van de pluimveesector nieuwe regelgeving omtrent registratie en verantwoording opgesteld. 
De basis van deze regelgeving is:
      * een verplichte centrale registratie van het antibioticagebruik door veehouders
      * het hebben van bedrijfsbehandel- en bedrijfsgezondheidsplannen
      * controle op het naleven van bovengenoemde punten

In een recent artikel van het Procuctschap Pluimvee en Eieren wordt gesproken over een daling van antibioticagebruik in de vleeskuikensector van 36% in eerste 8 maanden van 2012 ten opzichte van 2009.

ESBL

ESBL de afkorting van Extended Spectrum Bèta-Lactamase. ESBL is een enzym dat door sommige darmbacteriën (zoals E.coli) wordt gemaakt. 
ESBL komt vooral voor op vlees, zoals varkensvlees, kalfsvlees, maar ook op kip.
Voor gezonde mensen heeft ESBL geen gevolgen. Maar een infectie veroorzaakt door ESBL-producerende bacteriën, is niet zo eenvoudig te behandelen met antibiotica.     

Het vermijden van ESBL-bronnen is niet altijd mogelijk.
Je kunt als consument ook aantal voorzorgsmaatregelen in acht nemen. De belangrijkste adviezen die we geven is 1.hygiënisch werken, door na het aanraken van rauw vlees de handen goed te wassen en schone materialen (mes, snijplank) te gebruiken. Bovendien moet je 2. vlees altijd goed gaar bakken. Door verhitting worden de eventueel aanwezige bacterieen vernietigd. 

(bron:http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/esbl.aspx)

Voor meer informatie:
Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu: www.rivm.nl  
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit: www.nvwa.nl  
European Food Safety Authority: www.efsa.europa.eu

Campylobacter

Campylobacter is een darmbacterie die via besmet voedsel, bijvoorbeeld kip, een darminfectie kan veroorzaken. Campylobacter wordt gedood bij koken, bakken en braden.
Bij bevriezing neemt het aantal campylobacter-bacteriën af, maar wordt de bacterie niet gedood.

Een besmetting kan voorkomen worden door hygiënisch te werken in de keuken en eten goed gaar te maken. Dat is vooral voor kwetsbare groepen zoals kinderen tot 5 jaar, ouderen, zwangeren en zieken belangrijk.

Salmonella

In feite is salmonella een bacterie die in de darm van dieren leeft, met name bij kippen en varkens. Op die manier kan de bacterie ook op eieren en vlees belanden.
Maar via de ontlasting van dieren kan de bacterie op het land en in het water terechtkomen, en daardoor weer op groente, bijvoorbeeld als de groente met verontreinigd water wordt bespoten. De belangrijkste risicoproducten zijn hiermee wel genoemd: kip, eieren, kipproducten, ander vlees, groente en fruit.

Binnen de hele keten van de vleeskuikenhouderij wordt gestreefd naar het salmonella-vrij produceren. Dit is conform EU-regelgeving die voorschrijft dat vers pluimveevlees Salmonella-vrij moet zijn. 
In het gehele productieproces  zijn op meerdere vaste momenten controlepunten ingebouwd. Als er een besmetting met de ziekmakende salmonella bacterie wordt geconstateerd mag dit besmette product niet meer als 'vers' in de winkel verkocht worden. Het product wordt dan verwerkt in de voedingsmiddelenindustrie. Aangezien bij dat proces het vlees verhit wordt, is er van besmettingsgevaar geen sprake meer.

Ook voor salmonella geldt dat besmetting kan worden voorkomen worden door hygiënisch te werken in de keuken, handen goed te wassen voor bereiding van het het eten en eten goed gaar te maken. Dat is vooral voor kwetsbare groepen zoals kinderen tot 5 jaar, ouderen, zwangeren en zieken belangrijk.

Powered by TKW Media